Gereformeerde Kerk van Vledder te Nijensleek

In het begin had Anthonij van Puffelen komende uit Oudewater het niet naar zijn zin in de kolonie Frederiksoord. Zo had hij klachten over het eten van aardappelbrood (dat at hij niet) en had hij bezwaar tegen de lange voettocht naar de kerk in Steenwijkerwold. Opmerkelijk is dat het hier de Katholieke Kerk betrof terwijl Anthonij als Hervormd stond ingeschreven.

Al ging Anthonij van Puffelen naar de R.K. Kerk in Steenwijkerwold, zijn zoon, Cornelis van Puffelen, vrijboer te Frederiksoord, werd lid van de Christelijk Gereformeerde Kerk van Vledder te Nijensleek en vervulde vanaf 1894 het ambt van ouderling in de eerste kerkenraad van deze nieuw op te richten kerk.

 

In het blad Kerspelstokkies nr. 10, december 2006 *) schrijft Jan Kits Nieuwenkamp hierover het volgende:

Gereformeerde Kerk te Nijensleek.

Het verhaal van de kerk in Nijensleek is dat van afgescheidenen die zich trachtten te organiseren en een kerkgebouw, een eigen godshuis probeerden te vinden (zie ook de speciale monumentendag-uitgave “Kerken en religie in de gemeente Westerveld”, najaar 2005). Immers, in 1816 bepaalde Koning Willem I via de Synodale Kerkordening de algemeen Nederlands Hervormde Kerk tot staatskerk. Daarmee werd op allerlei punten afstand genomen van de sinds 1619 geldende Dordtse Kerkorde, ontstaan en vastgesteld op de befaamde kerkvergadering, de Dordtse Synode van dat jaar.

Tegen deze ordening rees in de loop der tijd verzet. In 1834 sticht de door de Nederlands Hervormde Kerk afgezette ds. Hendrik de Cock de Christelijk Gereformeerde Kerken (let op het meervoud). In 1869 bestaan er al classes, kerkelijke bestuurseenheden, in Assen, Beilen, Coevorden en Meppel, met kerken in Beilen, Diever, Dwingeloo, Hijken en Westerbork.

 

In 1886 volgt een tweede afscheiding, de doleantie, onder leiding van de bekende ds. Abraham Kuiper, die de Nederduits Gereformeerde Kerken sticht. Vervolgens besluiten in 1892 de beide afsplitsingen weer samen te gaan en zich Gereformeerde Kerken in Nederland te noemen.

Hiermede is opnieuw niet iedereen het eens en ontstaat de Christelijk Gereformeerde Kerk (enkelvoud), voortbordurend op de afscheiding van 1834. Het kerkelijk bestuur over zuidwest Drenthe berustte bij de classis Beilen.

Dit bestuur poogde in Vledder een Gereformeerde Kerk te stichten, maar dit liep niet van een leien dakje. Op 28 februari 1893 concludeert de classis Beilen dat er een initiatief uit de regio zelf moet komen. Op 7 december 1893 leidt dit tot het besluit een Christelijk Gereformeerde Kerk Vledder in Vledderveen (!) te stichten. Bij dit besluit zijn afgevaardigden van de Gereformeerde Kerken in Steenwijk betrokken.

De instituering vindt plaats door ds. Dijkstra uit Diever. De Nederlands Hervormde Kerk van Steenwijk levert voor 300 gulden een houten evangelisatiegebouwtje met banken zonder leuning, vrij af te betalen binnen vijf jaar, hetgeen tot ruzie over de plaats van vestiging leidt: Vledderveen of Nijensleek.

Als op grond van een iets grotere bevolkingsdichtheid voor Nijensleek wordt gekozen organiseren enkele dissidenten huisbijeenkomsten in Vledderveen, een niet-officiële afscheiding……Zo ontstond de Christelijk Gereformeerde Kerk Vledder te Nijensleek.

 

W.J. Iestra, oud-lidmaat van de kerk in Nijensleek, schreef een uitvoerige kerkgeschiedenis onder de titel: “Langs hoogten en door diepten”. Zijn verhaal is in de loop van de jaren ’90 van de vorige eeuw verschenen in het kerkblad van de gereformeerde gemeente. Hieruit citeert Nieuwenkamp:

 

“De eerste kerkenraad heeft vermoedelijk bestaan uit de ouderlingen Jacobus Louwerse (afkomstig uit Zeeland en landarbeider te Frederiksoord), praeses, J. Crans (beambte te Vledderveen), scriba,Jan Hoekstra (landarbeider te Frederiksoord), Peter Manden (landarbeider te Nijensleek) en Cornelis van Puffelen (vrijboer te Frederiksoord) alsmede uit de diakenen Jacob Bennen (landbouwer te Nijensleek), Matthijs Hameka (van Zaanse origine en landarbeider te Frederiksoord), Auke Nijen (landbouwer te Nijensleek) en Hendrik Oosterhof (Fries en landarbeider te Vinkega).

 

Van verschillende kanten kwamen de attestaties (is een kerkelijke overschrijfbericht) bij de nieuwe kerk binnen: Gereformeerde Kerk Steenwijk, Nederlands Hervormde Gemeente Vledder en incidenteel Wapseveen, Willemsoord en Steggerda. Ruim een maand na de officiële oprichting kreeg men de beschikking over een eigen kerkgebouw, te midden van bos en heide, gelegen op dezelfde plaats waar onze kerk nu nog staat.

Het juiste aantal kerkleden was de eerste jaren moeilijk vast te stellen. Tal van mensen die trouw de kerkdiensten bijwoonden, dienden pas jaren later hun attestatie in. Naar schatting bedroeg het op 1 januari 1896 niet meer dan 130 belijdende leden en doopleden.

 

Op de classisvergadering van 20 februari 1894 werd Vledder voor het eerst hartelijk welkom geheten, als hulpbehoevende kerk, maar met duidelijke toekomst. Zij was vertegenwoordigd door de broeders Louwerse en Hoekstra, die zich hadden laten vergezellen door een afvaardiging van de Gereformeerde Kerk te Steenwijk onder leiding van ds. F. Rispens. De officiële erkenning van de 752e Gereformeerde Kerk in Nederland werd geregeld. Van de classispredikanten kreeg men de toezegging dat zij voorlopig elk kwartaal een gratis preekbeurt in Nijensleek zouden vervullen.”

 

Tot zover een gedeelte uit het artikel.

 

*) Zie ook:www.fledderkerspel.nl